Een vitale coalitie… what’s in a name? Saskia Vandeputte interviewde Doorbraakarchitect Lies Lambert over het waarom, wat en hoe van vitale coalities. Een verhaal over blijven staan in verschil, coöperation vs collaboration en … een dood paard!
Laat ons beginnen bij het begin. Wat is de definitie van een vitale coalitie?
Een vitale coalitie is
- een engagement van verschillende partijen
- uit de maatschappelijke vijfhoek
- om samen een complexe uitdaging op te lossen
- op een ondernemende manier
- vanuit de vaststelling dat ze het niet alleen kunnen
- met de intentie om het op lange termijn vol te houden.
Waaraan herken je een vitale coalitie?
Ten eerste gaat het om een groep met min. 3 partijen die onderling verschillen qua belang, structuur, missie, …Die partijen vertonen een duidelijk engagement, en leiderschap.
Daarnaast is er naast ‘denken’ ook ‘doen’. Er is actiegerichtheid. De verschillende partijen stellen zich ook intern de vraag: hoe kunnen we ons zo goed mogelijk organiseren op het aangaan van die uitdaging?
Ten slotte kan een vitale coalitie veranderen qua samenstelling. Na verloop van tijd heb je misschien andere mensen rond de tafel nodig om de uitdaging aan te pakken: een coalitie is een dynamisch gegeven. Bovendien komt een vitale coalitie niet met één heilige oplossing, maar met verschillende kleine oplossingen. Voortschrijdend inzicht is een belangrijk element, net omdat de uitdaging te groot is om in één keer te behappen. Er gebeurt heel veel leren (en bijsturen) onderweg.
Wat maakt het smeden van een vitale coalitie zo relevant?
We leven in een tijdperk waarin veel complexe uitdagingen op ons bord liggen, gaande van het klimaat- of watervraagstuk over de burn-out-maatschappij tot circulaire economie en de verdeling van rijkdom. Zelfs met heel veel expertise kan je die uitdagingen niet alleen oplossen.
Vitale coalities kunnen een antwoord zijn, op voorwaarde dat je bereid bent om in een zo’n coalitie te investeren. Eenvoudig is het niet, je gaat er niet sneller door, maar je geraakt er wel verder mee. Voor eenvoudige uitdagingen heb je geen vitale coalitie nodig; daarvoor vraagt het te veel. Dan is goed samenwerken met een andere partner interessanter.
Wat vraagt het van mensen & organisaties om een vitale coalitie te doen werken?
Tijd, energie en aandacht. Je kan het er niet zomaar bijnemen, je hebt erin te investeren. Die actiegerichtheid vraagt agenda- en mentale ruimte. Want het gaat om onderzoeken, testen, experimenteren. Je hebt ook tijd nodig om de belangen van de verschillende partijen boven de tafel te krijgen, zodat je kan verbinden op gedeeld belang, en verschillende belangen kan (h)erkennen. Het ‘niet eens zijn met elkaar’ vraagt energie.
Wat is het verschil met een ‘gewone’ samenwerking tussen verschillende partners of organisaties?
Het gaat om het verschil tussen coöperation en collaboration. Ik zet het even op een rijtje:
Coöperation | Collaboration |
Geschikt voor ingewikkelde problemen Meer over ingewikkelde vs complexe problemen lees je hier (kort) of hier (langer). | Geschikt voor complexe problemen Meer over ingewikkelde vs complexe problemen lees je hier (kort) of hier (langer). |
1 + 1 = 2 | 1 + 1 = 3 |
Het samenleggen van expertise volstaat om het probleem aan te pakken. | Het samenleggen van expertise volstaat NIET om het probleem aan te pakken. Je hebt samen een nieuw soort expertise te ontwikkelen. |
Meer projectmatig, kort in de tijd Cfr. een sprint | Meer procesmatig, lang in de tijd Cfr. een ultramarathon |
Je hebt de oplossing voor ogen, het einde is zichtbaar en daar werk je naartoe. | Je hebt de oplossing NIET voor ogen. Je hebt wel een richting, maar de kleine oplossingen tonen zich pas onderweg. Daar kom je toe door over de brug te lopen terwijl je ze bouwt. |
En niet in het minst: bij collaboration ontstaat collateral beauty, naar analogie met collateral damage. Je genereert zaken die je niet kan voorspellen, die heel gunstig of dienend zijn. In de marge gebeuren soms de mooiste dingen. Denk aan een tastbaar product dat je vooraf niet had kunnen bedenken. Of dankzij de vitale coalitie hebben de betrokken partijen de coronacrisis veel beter verteerd. Net omdat ze al met het leren, leven & werken van de toekomst bezig waren. Je hebt een soort anticiperende mindset. Hans Diels beschrijft dat als een comparatief voordeel van toekomstdenken.
Heb je voorbeelden van vitale coalities?
Ja, het Lazarusproject rond smart drinking en smart serving, of het transitieproject Leven, Leren & Werken 2050. Schadelijk drankgebruik of de manier waarop we leren, leven en werken integreren zijn complexe uitdagingen. Bij Tweeperenboom bouwden we aan vitale coalities rond deze thema’s omdat je dit niet eenvoudig met enkele interventies kan aanpakken. Integendeel, verschillende actoren zullen gedurende een langere tijd moeten samenwerken om hier een verschil te kunnen maken. Het antwoord ligt niet voor de hand. Door te experimenteren en leren geraken we samen telkens een stap verder.
Wat zijn de grootste uitdagingen aan samenwerken in een vitale coalitie?
Ik zie vijf grote uitdagingen:
- Onvoldoende engagement. Het is makkelijk om je te verbinden op een groot idee. Het wordt lastiger als je de vraag stelt: wat is mijn taak of rol die ik hierin op te nemen heb? De wereld verbeteren, dat trekt niet dagelijks aan je mouw. De kunst is om vanuit ieders eigen belang eigenaarschap te genereren.
- Geen duidelijke urgentie of richting. Waar verbinden we ons precies toe? Dat is een cruciale vraag die je te beantwoorden hebt. Het concreet maken is cruciaal. Dat kan bijvoorbeeld door het grote vraagstuk op te splitsen in deelvraagstukken.
- Verzanden in een praatbarak. Dat is een spanningsveld: enerzijds is er geen heilige oplossing, anderzijds is oplossingsgerichtheid wel nodig. Anders blijf je palaveren. Een vitale coalitie vraagt dat je durft falen: stappen zetten, acties ondernemen zodat je leert. Het klein maken en eraan beginnen, is part of the game.
- Constante tijdsdruk. Alles lijkt urgent, dat maakt het uitdagend. Je hebt het gevoel dat alles in die veelheid en grootsheid vandaag moet gebeuren. Dat kan verlammend werken. Het helpt om een onderscheid te maken tussen wat je binnen vijf jaar bereikt wilt hebben en wat je daarvoor de komende vijf dagen en de komende vijf maanden voor moet doen. Dit brengt meer focus op waar je nu mee bezig kan zijn.
- Onveiligheid. De diversiteit van de groep is cruciaal. Te veel dezelfde geesten bij elkaar, dat aligneert makkelijker. Maar zo heb je niet ‘de hele olifant in de kamer’. Je moet dus samenwerken met mensen met wie je het niet eens bent, waar je het moeilijk mee hebt, die niet op jou lijken. Waar haal je dan je veiligheidsgevoel uit om te kunnen blijven staan? In verschil en onzekerheid aarden, dat is pittig. Focussen op wat verbindt in plaats van wat verschilt is een eerste stap.
Hoe begin je aan een vitale coalitie?
Het belangrijkste is om je af te vragen of een vitale coalitie nodig is. Kan je het alleen? Als dat niet het geval is, kan je best eerst key partners definiëren. Beperk dat tot vijf of tien. Dan heb je te investeren in teamvorming: uitspreken waarrond we willen werken, de ambitie formuleren, waar raken onze belangen (niet), op welke manier willen we samenwerken, … Daarnaast helpt het om een eerste klein experiment te doen. Zo blijf je niet hangen in bedenken of praten over.
Is het ook nuttig om ermee te stoppen? En zo ja, wanneer dan?
Absoluut. Idealiter als je probleem is opgelost. Dan kan je het succes vieren. Alleen, soms komt het niet zo ver. Marije Van den Berg geeft in haar boek Stop. Stopstrategie het beeld mee van ‘trekken aan een dood paard’.
Als je het gevoel hebt dat je vitale coalitie dood is, stop er dan mee. Of kijk hoe je er leven kan inblazen. De tijd die je erin hebt gestoken, is geen verloren tijd. Je hebt heel veel geleerd. Het heeft geen zin om er kost wat kost extra tijd in te investeren. Goed stoppen betekent dat je terugkijkt, afscheid neemt van wat niet werkt, benoemt wat je meeneemt en behoudt.
Benieuwd naar meer? Zelf aan de slag gaan rond vitale coalities?
Lees hier meer over de opleiding Vitale Coalities.