Regionale uitdagingen aanpakken.
Samenwerken over muurtjes heen.
Een leercontext creëren voor talentontwikkeling.
Experimenten opzetten die leergoesting stimuleren.
Dat alles kan het opzet zijn van een leerecosysteem. Dit is een leer- en leefomgeving voor mensen in een bepaalde regio waarin ze worden uitgenodigd en uitgedaagd om te leren. Leren wordt daarbij verbonden aan het dagelijkse leven en aan levensechte contexten.
In een leerecosysteem werken diverse partners samen aan gemeenschappelijke kwesties. Zo kunnen ook welzijnsorganisaties betrokken zijn. We gingen in gesprek met Geert Vannieuwenhuyze, stafmedewerker vorming en ontwikkeling bij De Lovie vzw en met Tom Delbroek, stafmedewerker bij CampusO³. De Lovie vzw ondersteunt kinderen, jongeren en volwassenen met een (vermoeden van) een beperking in de ruime Westhoek. De Lovie maakt samen met De Trapleer, een leerplatform voor en door personen met een verstandelijke handicap of NAH (niet aangeboren hersenletsel) deel uit van leerecosysteem regio Poperinge. Campus O³ is als centrale ontmoetings-, informatie- en ondersteuningsplek voor (aanstaande) ouders één van de partnerorganisaties in leerecosysteem Regina Mundi (Genk). Geert en Tom vertellen over de rol en bijdrage van hun welzijnsorganisatie, en delen hun belangrijkste geleerde lessen tot nu toe.
Wat is de ambitie van jullie leerecosysteem?
Geert: leergoesting typeert de ambitie van ons leerecosysteem. We mikken op talent ontdekken en talentontwikkeling in de regio. We spelen in op lokale noden in een landelijke omgeving. De nadruk ligt op informeel leren en non-formele leeractiviteiten, zeker nu het aandeel formele leeractiviteiten in de Westhoek achteruit loopt.
Tom: ook bij ons ligt de focus op talentontwikkeling, weliswaar van kinderen. Genk is een ‘kwetsbare stad’, we willen meer kinderen de kans geven op een goede schoolloopbaan en dito later leven.
Wat is de rol en de plek van jullie organisatie in het leerecosysteem?
Geert: we zijn in de eerste ontwikkelingsfase (2023) projectpromotor, dus trekker, geweest. In een tweede fase (2024 – 2026) proberen we om actieve projectpartner te zijn en de rol van promotor over te laten aan het lokaal bestuur. Naast initiator, zijn we ook ‘netwerkoperator’. We schakelen tussen alle verschillende partners via een creatieve insteek. We brengen ons eigen netwerk in en delen kennis, bijvoorbeeld via een talentenfluisteraar en met inbreng van methodes zoals universal design thinking. Daarnaast delen we de rol van visiebewaker.
Tom: sinds 2023 zijn wij partnerorganisatie en sinds dit jaar zit ik in het netwerkteam. Vorig jaar hebben we meegewerkt aan één van de experimenten, de prikkeldagen. Dat waren vijf dagen waarop we kinderen hun talenten wilden laten ontdekken via een openlucht standenmarkt. Zeker in de kwetsbare buurten in Genk zijn er veel minder kansen voor kinderen om zich te ontwikkelen. Bedoeling is ook om ze toe te leiden naar een regulier vrijetijdsaanbod. Vanuit het netwerkteam bereid ik nu de vergaderingen mee voor, doen we nieuwe voorstellen en brengen we andere experimenten in stelling. We participeren en coördineren dus mee. Het plan op lange termijn is om te verhuizen naar een gemeenschappelijke site met heel wat kindgerelateerde organisaties. Bedoeling is om dan nóg meer dan nu de ruimtes te delen.
Welke meerwaarde zit er voor jullie organisatie in?
Tom: Het is fijn en dankbaar om nu al in levende lijve samen te werken met de mensen en organisaties met wie we in de toekomst een werkplek zullen delen. Er ontstaat heel veel kennis- en expertisedeling en kwalitatieve uitwisseling. Door het intense contact zijn er ook sterke verbindingen tussen de verschillende diensten. De goodwill en het engagement zijn groot. Voor mijn rol in het netwerkteam word ik deels vergoed door Europa WSE, ook dat is een meerwaarde.
Geert: wij werken op complexe problematieken uit onze regio, zoals de braindrain uit de Westhoek. Daar zit de win voor de regio. We kunnen dit niet alleen. We hebben een netwerk van organisaties, smaakmakers, local heroes en andere leerecosystemen nodig. Het is belangrijk om de maatschappelijke meerwaarde van je leerecosysteem aantoonbaar te maken.
Wat is voor jullie belangrijk in het partnerschap?
Tom: transparantie, constructieve medewerking en gedragen beslissingen.
Geert: samen met anderen bouwen aan kwaliteit van leven en een sterk netwerk verweven met de samenleving. Vanuit een gedeelde visie: iedereen kan leren, bijdragen, heeft talenten. En zo samen de leergoesting en talenten aanwakkeren. Bouwen aan een samenleving die niet op zichhzelf terugplooit, maar met open blik nieuwe evoluties omarmt, waarin éénieder iets kan en mag betekenen vanuit zijn of haar talent.
Welke unieke bijdrage leveren jullie aan het leerecosysteem?
Tom: de pedagogische kennis over gezinnen, en meer specifiek drempels voor kwetsbare gezinnen in Genk.
Geert: we zetten hulpmiddelen in, infrastructuur en diverse methodieken om talenten te ontdekken zoals een talententafel bijvoorbeeld. We gaan voor verbindingen en samenwerking. We brengen het doelpubliek van De Lovie vzw in en proberen tegelijkertijd andere doelgroepen te ontdekken. Bovendien werken we met Vives hogeschool samen rond de impact van het leerecosysteem op leren in een landelijke omgeving.
Wat zijn de belangrijkste lessons learned tot nu toe?
Geert: we hebben geleerd dat je tijd moet nemen om tot een dynamisch-stabiele governance-ploeg te komen, zodat je als team goed kan functioneren. Daar komt veel communicatie bij kijken. Je moet een soort hartslag in je leerecosysteem creëren. Gezamenlijk activiteiten opzetten, vraagt tijd, maar het loont: praktijkervaring heb je nodig. Door samen te ondernemen kom je tot een meer mature governance van je systeem: zo versterken praktijk en organisatiestructuur elkaar.
Tom: met meerdere diensten en mensen kom je verder dan alleen. We krijgen meer gedaan en we leren veel. Soms beginnen we niet aan samenwerking omdat we denken dat alles op onze eigen schouders zal vallen. Ons leerecosysteem bewijst het tegendeel.
Geert: voor ons heeft externe begeleiding ook geholpen. Van Europa WSE, en van een externe consultant. We noemen hem ‘onze Zwitserse vriend’. Die kijk op afstand, op wat we doen, maakt het interessant. Daarnaast hebben we ook samenwerkingsprincipes afgesproken. We zitten zelf in een leerproces, dus blijft het interessant om met andere leerecosystemen en geïnteresseerden ervaringen uit te wisselen.